eerlijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: eer-lijk
1. wie de waarheid spreekt en niet bedriegt
♢ je moet eerlijk tegen me zijn
1. eerlijk duurt het langst
[als je liegt of bedriegt kom je niet ver]
2. eerlijk gezegd heb ik geen zin
[ik zeg eerlijk dat ik geen zin heb]
3. ik heb hard gewerkt, eerlijk waar
[echt waar]
4. eerlijk is eerlijk
[dat zeg je als je moet toegeven dat iets waar is]
2. volgens het idee dat iedereen evenveel (kansen) moet krijgen
♢ hij gaat voor zijn beurt, dat is niet eerlijk
Bijvoeglijk naamwoord: eer-lijk
... is eerlijker dan ...
het eerlijkst
de/het eerlijke ...
iets eerlijks
Synoniemen
billijk, fair, juist, loyaal, oprecht, rechtvaardig, waarachtig
Tegenstellingen
oneerlijk
Gepubliceerd op 14-11-2017
eerlijk
betekenis & definitie