gooien - regelmatig werkwoord
uitspraak: gooi-en
1. met een zwaai uit je hand loslaten zodat het ergens anders terechtkomt
♢ hij gooide de bal in het net
Regelmatig werkwoord: gooi-en
ik gooi
jij/u gooit
hij/zij gooit
wij/zij/jullie gooien
ik/jij/u/hij/zij gooide
wij/zij/jullie gooiden
hij heeft gegooid
de/het/een gegooide ....
Synoniemen
flikkeren, kieperen, mikken, smijten, werpen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk