gooien
gooien - Werkwoord 1. (ov) het door de lucht verplaatsen van een voorwerp, al dan niet naar een doelwit Woordherkomst Afkomstig van het Middelnederlandse goyen. Synoniemen werpen
Wiktionary (2019)
gooien - Werkwoord 1. (ov) het door de lucht verplaatsen van een voorwerp, al dan niet naar een doelwit Woordherkomst Afkomstig van het Middelnederlandse goyen. Synoniemen werpen
Muiswerk Educatief (2017)
gooien - regelmatig werkwoord uitspraak: gooi-en 1. met een zwaai uit je hand loslaten zodat het ergens anders terechtkomt ♢ hij gooide de bal in het net Regelmatig werkwoord: gooi-en ik gooi ...
Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)
De letterlijke betekenis van gooien ‘werpen’ is afgezwakt in de Brabantse verwensing gooi jezelf maar voor de trein! De emotionele waarde ervan duidt op minachting, onverschilligheid e.d. De betekenis is nu zoveel als ‘ik kots van je, je mag van mij subiet oprotten’.
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., smite, goaije; hard —, soal(j)e, keil(j)e, kegelje, kingelje, kinkelje; telkens —, toarkje; om het verst —, fiersmite, -skaeije; met stenen —, mei stiennen slaen.
M. J. Koenen's (1937)
gooide, h. gegooid (1 werpen, smijten, smakken; 2 bij verschillende spelen): 1. met de deur gooien, hard de deur toeslaan; iem. met iets gooien; fig. zijn geld in ‘t water gooien (ook: werpen, smijten), onnut uitgeven, verspillen aan een dwaze of roekeloze onderneming; iem. iets naar het hoofd gooien, d. i. bitter verwijten; het op iets (ande...
Jozef Verschueren (1930)
(gooide, gegooid) [〜 gauw] I. Eig. (is) Veroud. snel voortgaan: „gooien” is nog blijven voortleven in het woord „gooi”. II. Metn. 1. Algm. werpen; (met) sneeuwballen -; iemand op de grond -; gooi die brief eens in de bus; het op iets (anders) -, het gesprek op iets (anders) brengen. ➝ anker, balk, bank, boeg, boel, geld, g...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: