Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

gieren

betekenis & definitie

gieren - regelmatig werkwoord
uitspraak: gie-ren

1. een suizend en fluitend geluid maken
♢ de wind giert om het huis
2. snel voortbewegen met een fluitend geluid
♢ de auto gierde door de bocht
3. hard lachen
♢ ik heb zitten gieren bij die film
4. het land bemesten met gier
♢ het stinkt hier, de boeren hebben gegierd

Regelmatig werkwoord: gie-ren
ik gier
jij/u giert
hij/zij giert
wij/zij/jullie gieren
ik/jij/u/hij/zij gierde
wij/zij/jullie gierden
hij heeft gegierd
gierend, gierende

< >