gezworen - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ge-zwo-ren
1. alsof met een eed vastgelegd
♢ Harm en Jan zijn gezworen vrienden
1. gezworen kameraden
[dikke vrienden]
2. gezworen vijanden
[sinds lang]
Bijvoeglijk naamwoord: ge-zwo-ren
Gepubliceerd op 14-11-2017
gezworen
betekenis & definitie