gezworen
gezworen - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van zweren Woordherkomst voltooid deelwoord van zweren en een klinkerwisseling ee-oo (IPAː /ɪː/ - /ɔː/)
Wiktionary (2019)
gezworen - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van zweren Woordherkomst voltooid deelwoord van zweren en een klinkerwisseling ee-oo (IPAː /ɪː/ - /ɔː/)
Muiswerk Educatief (2017)
gezworen - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-zwo-ren 1. alsof met een eed vastgelegd ♢ Harm en Jan zijn gezworen vrienden 1. gezworen kameraden [dikke vrienden] ...
Direct toegang tot alle 8 resultaten over Gezworen?
Walter De Clerck (1981)
Beëdigd; soms bep.: betrouwbaar; gezworen vertaler, landmeter enz. Gezworen schouwveger, Uit een reclamefolder Meise jan. 1977.
M. J. Koenen's (1937)
bn. (beëdigd): een gezworen landmeter, vero.; fig. hij is mijn gezworen vijand, onverzoenlijke; wij zijn gezworen kameraden, zeer trouwe vrienden.
Jozef Verschueren (1930)
(gə'zwo:rən) bn. 1. met een eed bekrachtigd : trouw. 2. Ver oud. beëdigd : landmeter. 3. onverzoenlijk : een vijand. 4. trouw : kameraden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn., 1. met een eed bekrachtigd: trouw; 2. een eed gezworen hebbend, beëdigd; 3. (fig.) een vijand, geslagen, onverzoenlijke vijand; (gemeenz.) het zijn kameraden, zeer trouwe vrienden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Gezworen - iemand, die beëedigd is. Voorheen werden allerlei ambtenaren en beambten met den naam gezworenen aangeduid. De beteekenis verschilt al naarmate plaats en tijd verschilt.
J.H. van Dale (1898)
GEZWOREN, bn. met een eed bekrachtigd gezworen trouw; — een eed gezworen hebbende, beëedigd: (hist.) de gezworen gemeente, het college der gemeenslieden; eertijds van verschillende ambtenaren gezworen landmeter, gezworen keurmeesters: — (fig.) een gezworen vijand, geslagen, onverzoenlijke vijand; — (gemeenz.) het zijn gezwo...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: