gehoor - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-hoor
1. mogelijkheid om geluiden waar te nemen
♢ het gehoor van opa gaat achteruit
1. op het gehoor spelen
[zonder bladmuziek te gebruiken]
2. er gehoor aan geven
[het aannemen, het doen]
2. mensen die ergens naar luisteren
♢ onder zijn gehoor was de koningin
1. gehoor vinden bij iemand
[iemand vinden die naar je wil luisteren]
Zelfstandig naamwoord: ge-hoor
het gehoor
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk