gebod - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ge-bod
1. wat vastgesteld of afgesproken is
♢ ze overtreedt alle geboden van de wet
1. de tien geboden
[voorschriften uit de wet van Mozes]
2. hij at met zijn tien geboden
[met zijn vingers]
Zelfstandig naamwoord: ge-bod
het gebod
de geboden
Synoniemen
bepaling, regel, richtsnoer, voorschrift
Gepubliceerd op 14-11-2017
gebod
betekenis & definitie