formeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: for-me-ren
1. uit verschillende delen tot een geheel maken
♢ er is een nieuw elftal geformeerd
Regelmatig werkwoord: for-me-ren
ik formeer
jij/u formeert
hij/zij formeert
wij/zij/jullie formeren
ik/jij/u/hij/zij formeerde
wij/zij/jullie formeerden
hij heeft geformeerd
de/het/een geformeerde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
formeren
betekenis & definitie