eronder - voornaamwoordelijk bijwoord
uitspraak: er-on-der
1. onder wat je noemt of bedoelt
♢ ik leg de deken over je heen en jij blijft eronder liggen
1. eronder blijven
[in bed blijven]
2. iemand eronder stoppen
[begraven]
3. eronder zitten
[onder de plak zitten]
4. iemand eronder hebben
[in zijn macht hebben]
5. erop of eronder
[winnen of verliezen]
6. eronder lijden
[er nadeel of last van hebben]
Voornaamwoordelijk bijwoord: er-on-der
Gepubliceerd op 14-11-2017
eronder
betekenis & definitie