dopen - regelmatig werkwoord
uitspraak: do-pen
1. in een vloeistof dompelen
♢ hij doopte zijn brood in de koffie
2. een naam geven
♢ ze doopten het schip door er een fles champagne tegenaan te gooien
3. in de kerk opnemen door water over het hoofd te sprenkelen
♢ ik doop u in de naam van de vader
Regelmatig werkwoord: do-pen
ik doop
jij/u doopt
hij/zij doopt
wij/zij/jullie dopen
ik/jij/u/hij/zij doopte
wij/zij/jullie doopten
hij heeft gedoopt
de/het/een gedoopte ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
dopen
betekenis & definitie