doorkijken

betekenis & definitie

doorkijken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: door-kij-ken

1. ergens tussendoor kijken
♢ ik kon precies tussen de hoofden doorkijken naar het podium
2. er snel met het oog doorheen kijken
♢ wil jij deze brief even doorkijken, voor ik hem verstuur?

Onregelmatig werkwoord: door-kij-ken
ik kijk door (... ik doorkijk)
jij/u kijkt door (... jij doorkijkt)
hij/zij kijkt door (... hij doorkijkt)
wij/zij/jullie kijken door (... wij doorkijken)
ik/jij/u/hij/zij keek door (... ik doorkeek)
wij/zij/jullie keken door (... wij doorkeken)
hij heeft doorgekeken
de/het/een doorgekeken ....
doorkijkend, doorkijkende