doorgeven

betekenis & definitie

doorgeven - onregelmatig werkwoord
uitspraak: door-ge-ven

1. via anderen aan iemand geven
♢ wil je de appelmoes even doorgeven?
2. een bericht aan iemand vertellen
♢ heeft hij de boodschap doorgegeven?

Onregelmatig werkwoord: door-ge-ven
ik geef door (... ik doorgeef)
jij/u geeft door (... jij doorgeeft)
hij/zij geeft door (... hij doorgeeft)
wij/zij/jullie geven door (... wij doorgeven)
ik/jij/u/hij/zij gaf door (... ik doorgaf)
wij/zij/jullie gaven door (... wij doorgaven)
hij heeft doorgegeven
de/het/een doorgegeven ....

Synoniemen
overbrengen