dichtvriezen

betekenis & definitie

dichtvriezen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: dicht-vrie-zen

1. door vriezen met ijs bedekt raken
♢ in twee nachten tijd was de vaart dichtgevroren

Onregelmatig werkwoord: dicht-vrie-zen
het vriest dicht (... het dichtvriest)
zij vriezen dicht (... zij dichtvriezen)
het vroor dicht (... het dichtvroor)
zij vroren dicht (... zij dichtvroren)
het is dichtgevroren
de/het/een dichtgevroren ....