deuk - zelfstandig naamwoord
1. indeuking in het oppervlak
♢ na de botsing zat er een deuk in de auto
1. nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan
[heel zwak of slap zijn]
2. een lelijke deuk krijgen
[geestelijke schade oplopen]
3. in een deuk liggen
[onbedaarlijk lachen]
Zelfstandig naamwoord: deuk
de deuk
de deuken
het deukje
Synoniemen
put
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk