corresponderen - regelmatig werkwoord
uitspraak: cor-res-pon-de-ren
1. brieven schrijven en ontvangen
♢ zij correspondeert met iemand die in de gevangenis zit
Regelmatig werkwoord: cor-res-pon-de-ren
ik correspondeer
jij/u correspondeert
hij/zij correspondeert
wij/zij/jullie corresponderen
ik/jij/u/hij/zij correspondeerde
wij/zij/jullie correspondeerden
hij heeft gecorrespondeerd
corresponderend, corresponderende
Gepubliceerd op 14-11-2017
corresponderen
betekenis & definitie