cleanen

betekenis & definitie

cleanen - regelmatig werkwoord
uitspraak: clie-nen

1. het vuil eraf halen, wassen of poetsen
♢ de nieuwe auto werd goed gecleand voordat hij de etalage in ging

Regelmatig werkwoord: clie-nen
ik clean
jij/u cleant
hij/zij cleant
wij/zij/jullie cleanen
ik/jij/u/hij/zij cleande
wij/zij/jullie cleanden
hij heeft of is gecleand
de/het/een gecleande ....

Synoniemen
reinigen, schoonhouden, schoonmaken

Tegenstellingen
verontreinigen, vervuilen