capaciteit - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ca-pa-ci-teit
1. kracht om iets te doen
♢ deze kachel heeft een behoorlijke capaciteit
2. ergens geschikt voor zijn
♢ dit meisje heeft capaciteiten voor een mbo-opleiding
3. het iets goed kunnen
♢ hij heeft indrukwekkend veel capaciteiten
Zelfstandig naamwoord: ca-pa-ci-teit
de capaciteit
de capaciteiten
Synoniemen
macht, potentie, vermogen
Tegenstellingen
onvermogen
Gepubliceerd op 14-11-2017
capaciteit
betekenis & definitie