buit - zelfstandig naamwoord
1. dingen die je hebt gestolen of veroverd
♢ de dief had zijn buit verstopt in het bos
1. iets buit maken
[het te pakken krijgen]
Zelfstandig naamwoord: buit
de buit
Gepubliceerd op 14-11-2017
buit
betekenis & definitie