browsen

betekenis & definitie

browsen - regelmatig werkwoord
uitspraak: brauw-sen

1. bladeren door de vele pagina's van internet
♢ Alex zat te browsen om informatie te zoeken voor zijn werkstuk

Regelmatig werkwoord: brauw-sen
ik brows
jij/u browst
hij/zij browst
wij/zij/jullie browsen
ik/jij/u/hij/zij browste
wij/zij/jullie browsten
hij heeft gebrowst
browsend, browsende