bouwwerk - zelfstandig naamwoord
uitspraak: bouw-werk
1. wat gemaakt is uit onderdelen en waar je in kunt wonen of werken
♢ dat bouwwerk heeft mijn vader nog gemaakt
Zelfstandig naamwoord: bouw-werk
het bouwwerk
de bouwwerken
het bouwwerkje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk