boeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: boe-ren
1. voor je beroep het land bewerken of vee houden
♢ onze zoon is gaan boeren in Denemarken
1. goed boeren
[goede zaken doen]
2. een of meer boeren laten horen
♢ in China is het heel gewoon om na de maaltijd te boeren
Regelmatig werkwoord: boe-ren
ik boer
jij/u boert
hij/zij boert
wij/zij/jullie boeren
ik/jij/u/hij/zij boerde
wij/zij/jullie boerden
hij heeft geboerd
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk