Bijbel

betekenis & definitie

Bijbel - zelfstandig naamwoord
uitspraak: bij-bel

1. boek waar het christelijke geloof op gebaseerd is (Oude en Nieuwe Testament)
♢ zijn de verhalen in de Bijbel waar gebeurd?
1. de Bijbel wel in de mond maar niet in het hart hebben
[er niet naar handelen]
2. school met de Bijbel
[waar het onderwijs op de Bijbel gebaseerd is]

Zelfstandig naamwoord: bij-bel
de Bijbel