bezitten - onregelmatig werkwoord
uitspraak: be-zit-ten
1. dat het van iemand is
♢ wij bezitten een groot huis
Onregelmatig werkwoord: be-zit-ten
ik bezit
jij/u bezit
hij/zij bezit
wij/zij/jullie bezitten
ik/jij/u/hij/zij bezat
wij/zij/jullie bezaten
hij heeft bezeten
de/het/een bezeten ....
Synoniemen
hebben, voorzien
Tegenstellingen
derven, missen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk