beroven - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-ro-ven
1. geld of wat anders afpakken
♢ deze bank is al drie keer beroofd
1. zich van het leven beroven
[zelfmoord plegen]
Regelmatig werkwoord: be-ro-ven
ik beroof
jij/u berooft
hij/zij berooft
wij/zij/jullie beroven
ik/jij/u/hij/zij beroofde
wij/zij/jullie beroofden
hij heeft beroofd
de/het/een beroofde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
beroven
betekenis & definitie