Beroven
(beroofde, heeft beroofd), 1. (iem.) door roof ontnemen, met geweld buiten liet bezit van iets stellen: iem. van iets beroven; (oneig.) de beroofde ouders, die hun kind verloren hebben. 2. (in vrijer gebruik) iem. het genot van iets doen missen: iem. van zijn vrijheid beroven; zich van het leven beroven, zich doden; — ...