benoemen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-noe-men
1. hem een functie geven
♢ de koningin benoemt de burgemeester
2. iets een naam geven
♢ hoe benoem je dit verschijnsel?
3. aangeven bij welke woordsoort een bepaald woord hoort
♢ je moet 'bloempje' benoemen als zelfstandig naamwoord
Regelmatig werkwoord: be-noe-men
ik benoem
jij/u benoemt
hij/zij benoemt
wij/zij/jullie benoemen
ik/jij/u/hij/zij benoemde
wij/zij/jullie benoemden
hij heeft benoemd
de/het/een benoemde ....
Synoniemen
aannemen, aanstellen
Tegenstellingen
ontzetten
Gepubliceerd op 14-11-2017
benoemen
betekenis & definitie