beletten - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-let-ten
1. niet verder laten gaan
♢ hij belette ons erover te praten
Regelmatig werkwoord: be-let-ten
ik belet
jij/u belet
hij/zij belet
wij/zij/jullie beletten
ik/jij/u/hij/zij belette
wij/zij/jullie beletten
hij heeft belet
Synoniemen
afhouden, afwenden, belemmeren, onderdrukken, stremmen, stuiten, tegenhouden, terughouden, weerhouden
Tegenstellingen
bevorderen, doorlaten, stimuleren
Gepubliceerd op 14-11-2017
beletten
betekenis & definitie