belasten - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-las-ten
1. iemand iets opdragen
♢ zij is belast met de zorg voor de kinderen
2. belasting laten betalen
♢ benzine is belast met 30% accijns
3. zwaarder maken
♢ deze lift wordt te zwaar belast
4. een last aan iemand meegeven
♢ die ezel was veel te zwaar belast
Regelmatig werkwoord: be-las-ten
ik belast
jij/u belast
hij/zij belast
wij/zij/jullie belasten
ik/jij/u/hij/zij belastte
wij/zij/jullie belastten
hij heeft belast
de/het/een belaste ....
belastend, belastende
Tegenstellingen
ontlasten
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk