bekeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-ke-ren
1. van het kwade tot het goede brengen
♢ hij was op het slechte pad, maar hij is bekeerd
2. een (ander) geloof doen aanhangen
♢ de rabbi heeft hem bekeerd tot de joodse godsdienst
Regelmatig werkwoord: be-ke-ren
ik bekeer
jij/u bekeert
hij/zij bekeert
wij/zij/jullie bekeren
ik/jij/u/hij/zij bekeerde
wij/zij/jullie bekeerden
hij heeft bekeerd
de/het/een bekeerde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
bekeren
betekenis & definitie