beëindigen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-ein-di-gen
1. er een einde aan maken
♢ laten we deze bijeenkomst maar beëindigen
Regelmatig werkwoord: be-ein-di-gen
ik beëindig
jij/u beëindigt
hij/zij beëindigt
wij/zij/jullie beëindigen
ik/jij/u/hij/zij beëindigde
wij/zij/jullie beëindigden
hij heeft beëindigd
de/het/een beëindigde ....
Synoniemen
afblazen, liquideren, ontbinden, opheffen
Tegenstellingen
oprichten, stichten
Gepubliceerd op 14-11-2017
beëindigen
betekenis & definitie