Synoniemen zoeken
Synoniem van beëindigen
Synoniem van 'n ander trefwoord

Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
beëindigen
beëindigen - doen eindigen. Het is ongeveer hetzelfde als een eind maken aan en, in informele stijl, een punt zetten achter. Betreft het een feest of een optreden en dergelijke, dan kan ook besluiten worden gebruikt, mits er een bijwoordelijke bepaling wordt toegevoegd: 'we besloten het samenzijn met een glaasje'. Een vergadering, zitting of discussie sluit je; een vergadering of zitting (niet een discussie) hef je op. Activiteiten en werkzaamheden worden stopgezet; gebeurt dat zeer geleidelijk, dan kan ook afronden worden gebruikt. De werking van een stof neutraliseert men, aan een ongunstige ontwikkeling wordt een halt toegeroepen, een beleg wordt opgebroken. Faillissementen heft men op. Afbouwen slaat op economische activiteiten of financiële regelingen, en houdt in dat het allemaal geleidelijk gebeurt. Abrupt iets beëindigen heet afkappen, bij een beleg opbreken. Bij een verloving of een verhouding wordt het synoniem uitmaken gebruikt. Een wedstrijd beëindigen met een vlagsignaal: afvlaggen. Een directie of een bestuur kan een onderneming of operatie afblazen. Wordt een ruzie, een geschil in goede harmonie beëindigd, dan is een en ander bijgelegd of, in erg formele stijl, geapaiseerd. Dit laatste kun je doen door elkaar te kussen (afzoenen) en door een glaasje te drinken: afdrinken. Oproeren dempt men; stakingen, verzet en dergelijke worden bijvoorbeeld door geweld of intimidatie gebroken of de kop ingedrukt. Breken bij het eerste begin is: in de kiem smoren.
Zie verder: afzien van; opheffen; ophouden.

Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
beëindigen
beëindigen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-ein-di-gen
1. er een einde aan maken
♢ laten we deze bijeenkomst maar beëindigen
Regelmatig werkwoord: be-ein-di-gen
ik beëindig
jij/u beëindigt
hij/zij beëindigt
wij/zij/jullie beëindigen
ik/jij/u/hij/zij beëindigde
wij/zij/jullie beëindigden
hij heeft beëindigd
de/het/een beëindigde ....
Synoniemen
afblazen, liquideren, ontbinden, opheffen
Tegenstellingen
oprichten, stichten