beangstigen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-ang-sti-gen
1. iemand bang maken
♢ het slechte weer beangstigde haar
Regelmatig werkwoord: be-ang-sti-gen
ik beangstig
jij/u beangstigt
hij/zij beangstigt
wij/zij/jullie beangstigen
ik/jij/u/hij/zij beangstigde
wij/zij/jullie beangstigden
hij heeft beangstigd
beangstigend, beangstigende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk