bangerik - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ban-ge-rik
1. iemand die bang is
♢ die bangerik durft niet over de sloot te springen
Zelfstandig naamwoord: ban-ge-rik
de bangerik
de bangeriken
het bangerikje
Synoniemen
bangebroek, bangerd, schijthuis, schijtlijster, schijtluis
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk