banaan - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ba-naan
1. kromme, witte, tropische vrucht met gele schil
♢ apen eten graag bananen
1. gaan met die banaan!
[beginnen!]
Zelfstandig naamwoord: ba-naan
de banaan
de bananen
het banaantje
Gepubliceerd op 14-11-2017
banaan
betekenis & definitie