Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

balans

betekenis & definitie

balans - zelfstandig naamwoord
uitspraak: ba-lans

1. toestand waarin alles aan alle kanten even zwaar is
♢ met Mick aan de ene, en Udine aan de andere kant, is de wip helemaal in balans
1. in balans houden
[zorgen dat het niet omvalt]
2. boekhoudkundig overzicht met links alle bezittingen en rechts alle schulden + het eigen vermogen
♢ aan de balans die de boekhouder heeft gemaakt, zie je dat we dit jaar veel winst hebben gemaakt

Algemene uitdrukkingen:
1. de balans opmaken
[kijken of je ergens voordeel of nadeel van hebt (winst of verlies)]
Zelfstandig naamwoord: ba-lans
de balans
de balansen
het balansje

Synoniemen
evenwicht