bakken - regelmatig werkwoord
uitspraak: bak-ken
1. in de oven gaar laten worden
♢ hij heeft een appeltaart gebakken
2. in de koekenpan gaar laten worden
♢ je kunt die gekookte aardappels nog wel bakken
1. hij bakt ze wel bruin!
[doet dingen die helemaal niet mogen]
2. liggen bakken in de zon
[zonnebaden]
Regelmatig werkwoord: bak-ken
ik bak
jij/u bakt
hij/zij bakt
wij/zij/jullie bakken
ik/jij/u/hij/zij bakte
wij/zij/jullie bakten
hij heeft gebakken
de/het/een gebakken ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk