autoriteit - zelfstandig naamwoord
uitspraak: au-to-ri-teit
1. wie iets te zeggen heeft over andere mensen
♢ de plaatselijke autoriteiten bepalen dat de winkels langer open blijven
2. wie ergens veel van af weet
♢ Peter Post is een autoriteit op het gebied van wielrennen
Zelfstandig naamwoord: au-to-ri-teit
de autoriteit
de autoriteiten
het autoriteitje
Synoniemen
deskundige, expert, gezag, gezaghebber, gezagvoerder, kenner, overwicht, specialist
Gepubliceerd op 14-11-2017
autoriteit
betekenis & definitie