argumenteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ar-gu-men-te-ren
1. redenen opsommen om gelijk te krijgen
♢ er werd in de vergadering goed geargumenteerd
Regelmatig werkwoord: ar-gu-men-te-ren
ik argumenteer
jij/u argumenteert
hij/zij argumenteert
wij/zij/jullie argumenteren
ik/jij/u/hij/zij argumenteerde
wij/zij/jullie argumenteerden
hij heeft geargumenteerd
argumenterend, argumenterende
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk