Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

gelijk

betekenis & definitie

gelijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ge-lijk

1. precies zoals iets of iemand anders
die twee getallen zijn gelijk
1. iemand met gelijke munt betalen
[hem op dezelfde manier behandelen]
2. gelijke tred houden met iets of iemand
[dezelfde vorderingen maken]
2. met een oppervlak zonder bobbels
♢ ze maakten de vloer eerst gelijk
3. met dezelfde rang of macht, hetzelfde niveau
♢ onze functie is in hoge mate gelijk
1. op gelijke voet staan met iemand
[gelijkwaardig aan hem zijn]

Algemene uitdrukkingen:
1. de klok loopt gelijk
[geeft de tijd goed aan]
Bijvoeglijk naamwoord: ge-lijk
... is gelijker dan ...
het gelijkst
de/het gelijke ...

Synoniemen
dito, eender, effen, egaal, gelijk, hetzelfde, identiek, vlak

Tegenstellingen
ongelijkheid