annuleren - regelmatig werkwoord
uitspraak: an-nu-le-ren
1. niet laten doorgaan
♢ toen oma ziek werd hebben we onze reis geannuleerd
Regelmatig werkwoord: an-nu-le-ren
ik annuleer
jij/u annuleert
hij/zij annuleert
wij/zij/jullie annuleren
ik/jij/u/hij/zij annuleerde
wij/zij/jullie annuleerden
hij heeft/is geannuleerd
de/het/een geannuleerde ....
Synoniemen
afzeggen, cancelen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk