Synoniemen zoeken
Synoniem van afsteken
Synoniem van 'n ander trefwoord
Groot Synoniemenwoordenboek
P.G.J. van Sterkenburg (1991)
afsteken
afsteken, zeg je van iemand die, of iets dat in kleur, sfeer, uiterlijk, kleding en dergelijke verschilt van de omgeving of de achtergrond. Het wordt gebruikt met een weglaatbare voorzetselbepaling (met 'bij' of 'tegen'), evenals het synoniem contrasteren (met). Wanneer het vooral om verschil in kleur gaat, gebruik je zich aftekenen tegen, met vast voorzetsel. Uitkomen tegen gebruik je meestal met een bijwoordelijke bepaling: een schilderij komt goed, gunstig, sterk, enzovoort uit tegen een bepaalde wand. Als kleuren op een bijzonder lelijke manier tegen elkaar afsteken, vloeken ze met elkaar. Of kortweg: ze vloeken, want de voorzetselbepaling is weglaatbaar.
Zie verder: strijd, in - zijn met.
Handwoordenboek synoniemen
J.V. Hendriks (1898)
Afsteken
Sterk uit¬komen. Afsteken is door groot verschil met iets anders, bijzonder uitkomen, en wordt vooral gezegd van een voorwerp, dat van een ander sterk in kleur verschilt, wanneer het tegen dat andere aan of daarnaast gezien wordt. ,,De sneeuw der hooge kruinen steekt schitterend af tegen den blauwen hemel”. Ook van kleuren onderling. Die helle gele verf steekt reeds van verre af bij het harde groen. Het wordt dikwijls in ongunstigen zin gebruikt. Opzichtig zijn sluit altijd het bijdenkbeeld in van iets vreemds en van iets opzettelijks, dat .door sterksprekende kleuren het oog op eene onaangename wijze aandoet. Het geeft niet alleen eene tegenstelling tusschen verschillende kleuren of voorwerpen te kennen, maar wordt zelfs van ééne sterksprekende kleur gebezigd. Die japon is voor hare jaren veel te opzichtig. De pracht, die aan uw hof wordt gevonden, en zoo afsteekt bij mijn burgerhuishouden. Beide afsteken en opzichtig zijn hebben tengevolge dat datgene, wat afsteekt of opzichtig is, in het oog valt.
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
afsteken
afsteken - onregelmatig werkwoord
uitspraak: af-ste-ken
1. houden (van toespraak)
♢ hij steekt een geweldig verhaal af
2. heel andere kenmerken hebben
♢ het wit steekt goed af tegen dat zwart
Onregelmatig werkwoord: af-ste-ken
ik steek af (... ik afsteek)
jij/u steekt af (... jij afsteekt)
hij/zij steekt af (... hij afsteekt)
wij/zij/jullie steken af (... wij afsteken)
ik/jij/u/hij/zij stak af (... ik afstak)
wij/zij/jullie staken af (... wij afstaken)
hij heeft afgestoken
de/het/een afgestoken ....
afstekend, afstekende
Synoniemen
contrasteren
Tegenstellingen
overeenkomen, overeenstemmen, stroken