afremmen - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-rem-men
1. een voertuig langzamer laten rijden
♢ je moet in de bochten wel wat meer afremmen
2. een ontwikkeling langzamer laten verlopen
♢ we gaan het geven van leningen wel wat afremmen
Regelmatig werkwoord: af-rem-men
ik rem af (... ik afrem)
jij/u remt af (... jij afremt)
hij/zij remt af (... hij afremt)
wij/zij/jullie remmen af (... wij afremmen)
ik/jij/u/hij/zij remde af (... ik afremde)
wij/zij/jullie remden af (... wij afremden)
hij heeft afgeremd
afremmend, afremmende
Synoniemen
remmen
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk