afpakken - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-pak-ken
1. het bij hem weghalen
♢ ik heb het mes van het kind afgepakt
Regelmatig werkwoord: af-pak-ken
ik pak af (... ik afpak)
jij/u pakt af (... jij afpakt)
hij/zij pakt af (... hij afpakt)
wij/zij/jullie pakken af (... wij afpakken)
ik/jij/u/hij/zij pakte af (... ik afpakte)
wij/zij/jullie pakten af (... wij afpakten)
hij heeft afgepakt
de/het/een afgepakte ....
Synoniemen
afnemen, ontnemen
Tegenstellingen
geven, toereiken
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk