Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

afnokken

betekenis & definitie

afnokken - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-nok-ken

1. niet meer doorgaan
hij is allang afgenokt met deze klus

Regelmatig werkwoord: af-nok-ken
ik nok af (... ik afnok)
jij/u nokt af (... jij afnokt)
hij/zij nokt af (... hij afnokt)
wij/zij/jullie nokken af (... wij afnokken)
ik/jij/u/hij/zij nokte af (... ik afnokte)
wij/zij/jullie nokten af (... wij afnokten)
hij is afgenokt
de/het/een afgenokte ....

Synoniemen
eindigen, ophouden, staken, stoppen, uitscheiden

Tegenstellingen
aanbreken, beginnen, intreden