aflossen - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-los-sen
1. het van iemand anders overnemen, zijn plaats innemen
♢ de dagploeg wordt afgelost door de nachtploeg
1. je schuld aflossen
[die terugbetalen]
Regelmatig werkwoord: af-los-sen
ik los af (... ik aflos)
jij/u lost af (... jij aflost)
hij/zij lost af (... hij aflost)
wij/zij/jullie lossen af (... wij aflossen)
ik/jij/u/hij/zij loste af (... ik afloste)
wij/zij/jullie losten af (... wij aflosten)
hij heeft afgelost
de/het/een afgeloste ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk