Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

afdekken

betekenis & definitie

afdekken - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-dek-ken

1. er iets overheen leggen
♢ het bouwwerk werd afgedekt met een oranje zeil
2. het dekken van de tafel afmaken
♢ ik ben al begonnen, maar wil jij de tafel even afdekken?
3. zoveel mogelijk ellende proberen te voorkomen
♢ met deze verzekering worden bijna alle risico's afgedekt

Regelmatig werkwoord: af-dek-ken
ik dek af (... ik afdek)
jij/u dekt af (... jij afdekt)
hij/zij dekt af (... hij afdekt)
wij/zij/jullie dekken af (... wij afdekken)
ik/jij/u/hij/zij dekte af (... ik afdekte)
wij/zij/jullie dekten af (... wij afdekten)
hij heeft afgedekt
de/het/een afgedekte ....

Synoniemen
bedekken, overdekken

Tegenstellingen
onthullen

< >