Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

aanzetten

betekenis & definitie

aanzetten - regelmatig werkwoord
uitspraak: aan-zet-ten

1. iets doen waardoor het werkt
zij zette de computer aan
2. het zo maken dat je er goed mee kunt snijden
♢ de kok zet zijn messen aan
3. aan iets anders vastmaken
♢ ik heb de knoop weer aangezet
4. iemand ergens in stimuleren
♢ mijn vader heeft me ertoe aangezet te solliciteren
5. krachtiger maken, meer nadruk geven
♢ je moet die dunne lijn een beetje meer aanzetten
6. ergens aankomen, terwijl je niet meer verwacht wordt
♢ om elf uur kwam Luuk toch nog aanzetten
7. iets onverwacht naar voren brengen
♢ als verontschuldiging kwam hij aanzetten met een flauwe smoes

Regelmatig werkwoord: aan-zet-ten
ik zet aan (... ik aanzet)
jij/u zet aan (... jij aanzet)
hij/zij zet aan (... hij aanzet)
wij/zij/jullie zetten aan (... wij aanzetten)
ik/jij/u/hij/zij zette aan (... ik aanzette)
wij/zij/jullie zetten aan (... wij aanzetten)
hij heeft aangezet
de/het/een aangezette ....

Synoniemen
inschakelen, scherpen

Tegenstellingen
afdraaien, afzetten, uitdoen, uitdraaien, uitknippen, uitschakelen, uitzetten