aanstellen - regelmatig werkwoord
uitspraak: aan-stel-len
1. hem een functie geven
♢ Piet is aangesteld als de nieuwe directeur
2. erg overdrijven of kinderachtig doen
♢ stel je niet aan, Anneke!
Regelmatig werkwoord: aan-stel-len
ik stel aan (... ik aanstel)
jij/u stelt aan (... jij aanstelt)
hij/zij stelt aan (... hij aanstelt)
wij/zij/jullie stellen aan (... wij aanstellen)
ik/jij/u/hij/zij stelde aan (... ik aanstelde)
wij/zij/jullie stelden aan (... wij aanstelden)
hij heeft aangesteld
de/het/een aangestelde ....
Synoniemen
aannemen, benoemen
Tegenstellingen
ontzetten
Gepubliceerd op 14-11-2017
aanstellen
betekenis & definitie