Monumenten in Nederland: Overijssel

R. Stenvert, C. Kolman en Ben Olde Meierink (1998)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Vollenhove (gemeente Brederwiede)

betekenis & definitie

Kleine stad, ontstaan op een hogere grondmorene-rest. In 944 wordt de nederzetting voor het eerst vermeld.

In de 11de eeuw verrees er een versterkt huis, waar omstreeks 1100 een tufstenen kerkje aan werd toegevoegd. In 1132 is er sprake van ‘Fullenho’.

Bisschop Godfried van Rhenen liet dit versterkte huis omstreeks 1170 vervangen door het zogeheten Oldehuys, een omgrachte burcht met donjon, zaalbouw en (in 1381 voor het eerst genoemde) kapel. In 1270 is er op het Oldehuys sprake van een kastelein van Vollenhove.

Vooraanstaande lieden uit zijn entourage, de zogeheten borgmannen, bouwden rond het kasteel hun huizen: Marxveld, Oldhagensdorp, Oud-Plattenburg, Westerholt en Oldruitenborgh. Deze borgmanshuizen, later havezaten, lagen in een op de hogere gronden aangelegde ruime bastide met rechthoekige plattegrond.

Er waren drie oost-west gerichte straten: de Oldestraat (nu Visschersstraat), de Nijestraat (nu Kerkstraat) en de Achterstraat (nu Bisschopstraat), onderling door stegen verbonden. Na belegering door de Stellingwervers in 1309 en bezetting door de hertog van Gelre omstreeks 1336-'46, kreeg Vollenhove in 1354 van de Utrechtse bisschop stadsrechten.

Tot omstreeks 1450 was Vollenhove de belangrijkste bisschoppelijke residentie in het Oversticht. In 1492 kwamen een omgrachting en vier poorten de Bentpoort, de Voorstpoort, de Voskenpoort en de Landpoort tot stand.

In 1528 ging Vollenhove in Habsburgse handen over. Tot 1553 bleef er het hof van kanselier en Raden van Overijssel, Drenthe en Lingen gevestigd.

In 1581 namen de Staatse troepen van Sonoy de stad in.Hoewel omstreeks 1600 de vergaderingen van de Staten van Overijssel alleen nog in de drie grote steden plaatsvonden, bleven veel adellijke families in Vollenhove gevestigd. Omstreeks 1650 waren er dertien havezaten. Aan het eind van de 17de eeuw namen zowel welvaart als bevolking af. Na de afschaffing van de heerlijke rechten in 1795 vertrokken veel adellijke families uit Vollenhove. De in 1654 door Philips Vingboons in opdracht van Johan van Iselmuden ontworpen havezate Rollecate werd in 1820 afgebroken. De toenmalige eigenaar, W.J. baron Van Dedem, verplaatste zijn woning naar de Dedemsvaart nabij Nieuwleusen.

In 1849 volgde de afbraak van de havezate Westerholt. Onder de slopershamer vielen verder onder meer de Laarpoort (1836) en de Bentpoort (1840).

In het begin van de 19de eeuw kreeg de visserij een nieuwe impuls. De in 1823 aangelegde binnenhaven werd in 1830 in verbinding gebracht met de grachten van het Oldehuys. Het huis zelf brak men in 1854 grotendeels af. In de restanten vestigde zich in 1859 een aantal vissers uit Schokland, die hun eiland gedwongen hadden moeten ontruimen. Door vergraving van het kasteelterrein kon men in 1884-'85 de haven vergroten. In 1890 volgde de aanleg van een buitenhaven ten noorden van de Grote kerk.

Na de demping van de stadsgrachten in 1921, verdwenen in 1955 de laatste resten van het Oldehuys en de visserswoningen. De vissersvloot nam gedurende de 20ste eeuw sterk in aantal af en in 1971 verdween de laatste visser. Zijn bedrijf is herbouwd in het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen.

Van 1914 tot 1934 deed de stoomtram van Blokzijl naar Zwolle de stad aan. Na de Tweede Wereldoorlog kwam aan de westzijde van de stad de wijk De Voorst tot stand en aan de oostzijde de wijk Het Franse Pad. De in 1942 aangelegde weg Zwolle-Emmeloord werd in 1954 langs de noordzijde van de stad gelegd.

In 1973 werd Vollenhove de hoofdplaats van de gemeente Brederwiede. De nabijheid van het Waterloopkundig Laboratorium en de Duits-Nederlandse windtunnel heeft gezorgd voor een economische opleving.